donderdag 30 mei 2013

Brussel 30 mei: Bezoek Hokusai tentoonstelling

Een solo uitstapje naar de Musea van het Verre Oosten.
Van het Noordstation met tram 3 (richting Esplanade) tot aan Araucaria.




Op het koninklijke domein van Laken bevinden zich drie fantastische Aziatische gebouwen: 
de Japanse Toren, 
het Chinees Paviljoen en 
het Museum voor Japanse Kunst, alledrie grootse architecturale verwezenlijkingen van Leopold II. 












De Japanse Toren (ingehuldigd in 1905) herbergt het decoratieve porselein dat voor Europa werd vervaardigd tussen het midden van de 17de en het midden van de 18de eeuw, naast Japanse siervoorwerpen.




Chinees Paviljoen



Dit opmerkelijke exotische geheel wordt gerekend tot de laatste grote architectonische realisaties in opdracht van koning Leopold II (1835-1909). 
De Franse architect Alexandre Marcel (1860-1928) ontwierp de gebouwen. Om die een authentiek accent te geven, werden zij voorzien van een bekleding die speciaal in het Verre Oosten werd vervaardigd. Zo komen de sierelementen van de Japanse Toren uit Yokohama en werd het toegangspaviljoen besteld in Tokio. Het polychrome houtwerk van de kiosk en van het Chinees Paviljoen is afkomstig uit Shanghai. 





Het feeërieke interieur van het Chinees Paviljoen werd ontworpen als een luxueus restaurant, maar werd nooit daarvoor gebruikt. De aankleding bestaat, net als de buitenkant, uit een exuberante vermenging van Europese elementen en chinoiserieën.
In het Chinees Paviljoen staan belangrijke collecties opgesteld die het volledige gamma omvatten van de Chinese porseleinproductie gemaakt voor de Europese markt in de 17de en de 18de eeuw en die werd ingevoerd door de Oost-Indische compagnieën.









Het dienstgebouw van het Chinees Paviljoen was lange tijd gesloten. Op 21 maart 2006 kreeg het, na grondige restauratiewerken, de functie van Museum voor Japanse Kunst. Daar wordt voortaan de klassieke Japanse kunst van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis geëxposeerd, die zich vooral toespitst op de Edo-periode (1600-1868). 




 Tentoonstelling :   Hokusai - Zichten op de Fuji-berg en andere landschappen

Hokusai (1760-1849) is wellicht een van de bekendste Japanse kunstenaars.
Na een uitzonderlijk lange loopbaan liet hij een zeer divers oeuvre na, waaronder schilderijen, boekillustraties en prenten met alle klassieke thema’s, zoals portretten van acteurs of mooie vrouwen, en landschappen.

Voor deze tentoonstelling werd een selectie gemaakt uit de rijke verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. De Japanse prentencollectie telt in totaal ruim 7500 prenten, vaak nog in uitzonderlijk goede staat van conservatie. Op de tentoonstelling zijn een vijftigtal werken te zien van Hokusai en enkele van zijn leerlingen, waarvan de meest kostbare exemplaren op dinsdag 30 april worden gewisseld

Zijn voorstellingen van de berg Fuji gelden als iconen van de Japanse prentkunst en misschien zelfs van het land zelf. Geheel in de Japanse traditie beeldt hij het landschap zelden af zonder menselijke aanwezigheid, in zijn geval met voorstellingen van de gewone man tijdens zijn dagelijkse activiteiten, in plaats van beroemde acteurs, helden of befaamde schoonheden. 

The Great Wave






donderdag 23 mei 2013

Bezoek Kasteel van Gaasbeek & Sam Dillemans tentoonstelling


Op donderdag 23 mei vertrekken Miet Diane en ikzelf (trein om 9u36)  naar het Kasteel van Gaasbeek waar een tentoonstelling van Sam Dillemans plaats vindt.

Met de nodige vertraging (metro & bus verbindingen) komen we om 12u30 eindelijk ter plaatse.

We gaan dan ook eerst een hapje eten in de "Afspanning Oud Gaasbeek"

Voor de geschiedenis van deze herberg klik op volgende link :  Afspanning Oud Gaasbeek






































Deze middeleeuwse burcht kende een bewogen geschiedenis en evolueerde van strategisch bolwerk naar riant buitenverblijf. De graaf van Egmond was een van de bekendste eigenaars. Het huidige gebouw kreeg zijn romantische restyling op het einde van de negentiende eeuw dankzij de excentrieke markiezin Arconati Visconti.
Zij richtte het kasteel in als museum voor haar enorme kunstcollectie en bespeelde het als historisch theaterdecor. De droomburcht die toen ontstond, heeft ook nu nog iets van een tijdmachine. Je dwaalt er door historiserende interieurs en ontdekt er wandtapijten, schilderijen, meubilair, beelden en andere waardevolle objecten.


Een eerste versterkte burcht werd in het midden van de dertiende eeuw opgetrokken om Brabant te beschermen tegen invallen uit Vlaanderen en Henegouwen. Dit slot werd echter verwoest in 1388. De heropbouw, waarvan een aantal buitenmuren nog te zien is, duurde twee eeuwen. Tijdens het eerste kwart van de zeventiende eeuw liet Renaat van Renesse een Franse tuin, een barokpaviljoen en een kapel optrekken in het domein. In 1695 werd een kasteelvleugel in puin geschoten door de troepen van Lodewijk XIV. 
Van 1887 tot 1897 werd het slot grondig gerestaureerd in romantische neostijl en werd het huidige uitzicht bepaald. Hiervoor deed markiezin Arconati Visconti een beroep op architect Charle-Albert. Zo ontstond de huidige ‘droomburcht’, die terecht beschouwd wordt als het ‘Vlaamse Pierrefonds’.  De interieurs bieden een staalkaart van neostijlen, van neogotiek over neorenaissance tot neorococo.




















De Museumtuin biedt een indrukwekkend overzicht van traditionele en vaak uiterst zeldzame fruit- en groentesoorten, gekoppeld aan diverse ingenieuze snoeivormen, het zogenaamde leifruit). 
De tuin omvat ook de vroegbarokke, ommuurde ‘Franse’ tuin met zijn dubbele trap en panoramisch uitzicht op het kasteel.


In 1921 schonk de laatste eigenares van het kasteeldomein, markiezin Arconati Visconti, het park met het kasteel en volledige inboedel aan de Belgische Staat. Drie jaar later zette het tot museum omgevormde gebouw - zoals bij testament bepaald - zijn poorten open voor het publiek. Bij de staatshervorming van 1980 werd het kasteeldomein overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap. De DAB (Dienst met Afzonderlijk Beheer) ‘Kasteeldomein van Gaasbeek’ maakt vandaag deel uit van het agentschap Kunsten en Erfgoed binnen de Vlaamse overheid.







Tijdens de voorbije jaren schilderde Sam Dillemans meer dan driehonderd portretten – meestal schrijvers, maar in de reeks duiken ook enkele componisten, zangers, wetenschappers en sporters op. Zoals het hem kenmerkt, gaat hij ook nu weer op een uiterst dubbelzinnige en dus fascinerende manier met zijn onderwerp om. Dillemans is een scherp observator. De geportretteerden zijn meestal herkenbaar, met een haast dwangmatige behoefte tot identificatie tot gevolg. Soms is het model direct te identificeren, soms wordt de identiteit (speels) verdoezeld. Maar wat primeert, is de techniek. Dillemans is een meester in lijnvoering. Dat meesterschap opent ook in deze reeks gaandeweg de weg naar vrije expressie, het loskomen van het herkenbare, van de definiërende details. Hoe meer je de portretten bekijkt, hoe sterker de indruk wordt dat zij uitwendige vorm en innerlijk leven met elkaar vermengen. 
















Met een "Keizer Karel"  sluiten we dit prachtig bezoek af.

Diane & Miet nemen de bus terug naar Brussel-Zuid/


Ikzelf ben nog een film gaan zien in de Galeries Royales "Fat Cat"