donderdag 4 juli 2013

Fietstocht Raversijde & Westende


Op mijn tweede dag in Oostende fiets ik naar het provinciedomein Raversijde.  Verleden jaar hebben we de archeologische site Walraversijde  en het Memoriaal Prins Karel bezocht.  Nu wil ik de Atlantic Wall bezoeken.



In dit beschermde duingebied van het voormalige Domein Prins Karel bevindt zich een unieke historische site van de moderne vestingbouw: zestig constructies – stellingen, bunkers en batterijen die met veel zorg zijn hersteld – uit de twee wereldoorlogen, verbonden door twee kilometer open of onderaardse gangen. Het uitzonderlijke geheel is in Europa een van de best bewaarde overblijfselen van de Atlantikwall, de verdedigings’muur’ van het Duitse leger aan de Atlantische kust. Het leven van de manschappen wordt in natuurgetrouwe en sfeervolle diorama’s geëvoceerd.





















































Villa Zephyr




De Westendse villa Les Zéphyrs werd in 1922/23 gebouwd in opdracht van het Gentse echtpaar dokter Henri Muyshondt-Conard. Het was een vervanging van de tijdens de Eerste Wereldoorlog finaal vernielde villa Mon Abri, gebouwd in 1902 naar een plan van de architect Van Hoecke-Dessel.
De bouw van villa Les Zéphyrs werd gecoördineerd door de diensten van Hoogcommissaris voor de Kuststreek onder leiding van Emile Coppieters. De Gentenaar Oscar Van de Voorde was architect, hij koos voor deze opdracht om het concept van zijn modelwoning,zoals voorgesteld op de Brusselse wereldtentoonstelling van 1910, toe te passen. Oscar Van de Voorde werd in deze opdracht bijgestaan door architect Fritz Coppieters, zoon van de hoogcommissaris.
De villa had oorspronkelijk een grote tuin die voorzien werd van meerdere speelse elementen zoals zuilen en een vijver. Die tuin werd in de jaren zestig van de vorige eeuw verkocht als bouwterrein voor flatgebouwen.
De vrouw des huizes was zeker geïnteresseerd in de ‘Arts and Crafts’ beweging. Die belangstelling werd zeker nog aangescherpt door het verplicht verblijf van het echtpaar tijdens de Eerste Wereldoorlog in Groot-Brittannië. De keuze van het behangpapier voor de hall wijst alvast in die richting. Ook voor de art nouweau was er interesse. Dat werd bewezen door de aankoop van een tweedehands interieur van de hand van Henry van de Velde. Dat vroege werk werd, mits enkele aanpassingen, aangebracht in de eetkamer en fumoir van de villa en is nu nog het pronkstuk van het huis.
Voor de keuken werd gekozen voor de klassieke kelderkeuken; een betegelde ruimte met afzonderlijke ingang. Die ruimte stond via een schotellift in verbinding met de eetkamer.
De badkamer kan beschouwd worden als een uitgesproken spielerei waarbij de verzonken badkuip in terrazzotechniek meteen opvalt. Ook de betegeling van het plafond met een mooie bloem als centraal element is het vermelden waard.
De glasramen, waarvan de ontwerper niet gekend is, werden uitgevoerd in florale motieven en hebben een grote decoratieve waarde.
Toen de familie de woning niet meer gebruikte als vakantiewoning werd de villa sterk verwaarloosd. In de jaren zeventig van vorige eeuw werd het gebouw gehuurd door de gemeentelijke overheid voor de lokale dienst voor toerisme. Na de bescherming als monument en de aankoop ervan werd het ingericht als museum en als balie voor de dienst voor toerisme.




















Geen opmerkingen:

Een reactie posten